Wat is de levensduur van voegwerk?

Wat is de levensduur van voegwerk in huizen en gebouwen? De voegen van een gebouw bestaan uit het zichtbare metselwerk van gemetselde gevels, muren of bijvoorbeeld de schoorsteen. De levensduur van voegen lager dan die van het gebouw. Voegwerk heeft een gemiddelde levensduur van 20 tot 30 jaar. Daarna zijn er duidelijke teken van vervuiling of slijtage zichtbaar. Voor het behoud van solide mooie gevels, is na verloop van tijd dan ook herstel van het voegwerk nodig.

De levensduur van voegwerk na een profesionele gevelrenovatie is van een paar factoren afhankelijk:

• De kwaliteit van de mortel
• Kwaliteit van het voegwerk
• Weersinvloeden
• Omgevingsinvloeden

Wanneer de levensduur van voegwerk op zijn einde loopt, is dat op het oog goed te herkennen. Voegwerk dat in slechte staat verkeert, kan verzanden waardoor het afbrokkelt. Het kan scheuren vertonen of de voegen hebben een zwarte (schimmels) of groene aanslag(algen) en soms zelfs begroeiing van mossen.

De gevel heeft als functie om het gebouw te beschermen tegen schade van buitenaf. Waaronder het binnendringen van vocht. Als gevolg van water- en vorstbelastingen en temperatuurschommelingen (thermische spanning) worden gevels en voegen continu blootgesteld aan slijtage. In het begin is daar nog niets van te merken of te zien. Na verloop van tijd zorgen deze invloeden echter voor verwering van de mortel. Dit zorgt ervoor dat de beschermende functie van de gevel achteruit gaat. Het resultaat is schade in de vorm van vochtopname, scheurvorming en/of loszittende stenen. Vocht dat de spouwmuur of de woning kan binnendringen via kapotte voegen of metselwerk, is altijd een probleem. Vocht maakt het bouwmateriaal kapot en trekt schimmels aan die dit probleem ook nog eens verergeren.

De basis van goed voegwerk is een goede mortel. Bij Nederlandse huizen en gebouwen met gemetselde gevels wordt de metselspecie bijna afgestreken tot voeg. De metselspecie en de voegspecie zijn twee verschillende soorten. Vroeger had mortel een andere samenstelling. Het gevolg is dat de voegspecie van oudere woningen verzandt. Dit is eenvoudig te constateren door zand dat loskomt wanneer er over de voegen gewreven wordt.

Wat is de levensduur van nieuw voegwerk?

Moderne voegspecie heeft een hogere hardheid waardoor het langer meegaat dan de specie die vroeger werd gebruikt. Het gaat enige tientallen jaren mee. Voegspecie bevat een bindmiddel in de vorm van cement, kalk of een combinatie daarvan. Wij werken met een voegmengsel op basis van vers cement en de juiste grofheid van het voegzand. Te grof of te fijn zand is namelijk nadelig. Er zijn zogenaamde voeghardheidsklassen, uitgedrukt in VH, die de hardheid van de voegspecie aangeven. Deze indicaties geven voor welke belasting de specie geschikt is. Hoe hoger de VH-waarde hoe harder de voeg wordt.

1. VH15: voeghardheid 15 tot en met 24 (alleen geschikt bij minimale belasting)
2. VH25: voeghardheid 25 tot en met 34
3. VH35: voeghardheid 35 tot en met 44 (geschikt voor gevelwerk)
4. VH45: voeghardheid groter dan 45 (geschikt voor voegwerk bij veel blootstelling aan water)

Voegen herstellen voor opnieuw een lange levensduur van het voegwerk

Voor het herstellen van voegen wordt het bestaande voegwerk eruit geslepen en/of gehakt. Vervolgens wordt het voegwerk opnieuw aangebracht in de oorspronkelijke stijl van het voegwerk en uiteraard in een aansluitende kleur. 

Het valt misschien niet zo snel op voor u besluit een gevelrenovatie uit te voeren, maar wanneer u erop let, zijn er veel verschillende typen voegen te onderscheiden. Veelvoorkomende type voegen zijn de platvol voegen, knipvoegen en snijvoegen. Bij Petersen gevelrenovatie beheersen wij alle voegtechnieken: van voegwerk van nieuwbouwwoning tot jaren voegwerkherstel van 80 er jaren woningen van de voegrenovatie van een jaar 30 woning tot monumentale panden.